De Nederlandse voetbalsters als tegenstander in de WK-finale… Nee, daar hadden ze in de Verenigde Staten eigenlijk geen rekening mee gehouden. “In het begin van het WK ging het vooral over Engeland, Frankrijk, Spanje, Japan en Australië”, vertelt Miriam Hickey.
Hickey heeft zelf ooit het Oranjeshirt mogen dragen en is ook teammanager van het Nederlands vrouwenelftal geweest. Sinds 2017 werkt ze voor de Amerikaanse voetbalbond, tegenwoordig als hoofd talentontwikkeling clubs. Maar uiteraard volgde ze ook haar landgenoten op de voet. “Naar mate het toernooi vorderde, kwam Nederland meer naar de voorgrond.”
Dat had ook Mirelle van Rijbroek gezien, nóg een Nederlandse die zich heeft laten strikken door de U.S. Soccer Federation. “Ze stonden in alle kranten. Er kwamen superveel artikelen. Maar we merkten het ook aan reacties die wij zelf kregen. Dat was wel heel bijzonder.”
Niet cadeau
De Amerikaanse vrouwen prolongeerden zoals verwacht de wereldtitel. Tot grote vreugde van de achterban in eigen land. “In Amerika is het vrouwenteam hét nationale team”, zegt Hickey, de populariteit van de voetbalsters ten opzichte van andere sportsters onderstrepend.
Het is de vraag of het de fans in alle euforie is opgevallen, maar Hickey en Van Rijbroek hebben wel gezien dat het gat tussen de VS en met name de Europese ploegen fors kleiner is geworden. De Amerikaansen kregen het bepaald niet cadeau in de knock-outfase tegen Spanje (2-1), Frankrijk (2-1), Engeland (2-1) en Nederland (2-0).
Van Rijbroek, die negen jaar talentcoach was bij de KNVB voordat ze eind 2017 hoofd jeugdopleiding bij de Amerikaanse bond werd, was niet verrast. “Vorig jaar ben ik op het WK onder 20 en het WK onder 17 geweest met onze teams en daar zagen we ook dat de verschillen steeds minder worden.”
Sterker, bij beide toernooien bleef de Amerikaanse ploeg in de groepsfase achter. “We zullen de komende jaren heel hard aan de bak moeten”, concludeert ze dan ook. “Daar ligt voor ons een enorme uitdaging.”
Grote afstanden
Het vrouwenvoetbal kon in de Verenigde Staten zo’n vlucht maken doordat meisjes op college-niveau al de kans kregen om professioneel met voetbal te bezig. “Maar wij zien dat dat niet meer voldoende is.”
“Dat heeft met name te maken met de tijdspanne waarin gespeeld wordt. De competitie duurt maar zo’n vier maanden, terwijl in Europa de meisjes van de nationale jeugdteams al bij de senioren in de profcompetitie spelen en het hele jaar door elke dag trainen.”
Hetzelfde doen is in Amerika niet haalbaar, legt Van Rijbroek uit. Door de grote afstanden in het land zijn er veel verschillende competities. “We zullen daarom als clubs heel innovatief moeten zijn om het niveau van die meiden omhoog te krijgen. Daar kan het nationale team dan van profiteren.”
Kortom, als het aan beide Nederlandse vrouwen ligt, zijn we voorlopig nog niet van de Amerikaanse voetbalsters af en zijn de nieuwe Alex Morgans en Megan Rapinoes in aantocht.
Bron: nos.nl