Terug van weggeweest: Roy van den Berg. Hij is woensdag de starter op de teamsprint tijdens de wereldkampioenschappen baanwielrennen in het Poolse Pruzsków. “Ik heb nooit opgegeven.”
Van den Berg is de verrassende vervanger van Nils van ’t Hoenderdaal, de man die tijdens de succesvolle vorige wereldkampioenschappen nog de eerste ronde voor zijn rekening nam. Tijdens de selectiewedstrijd vlak voor het WK was de dertigjarige Kampenaar 0,18 sneller dan zijn concurrent – voor baanbegrippen is dat veel.
En dus doet Van den Berg voor de vijfde keer mee aan een mondiaal toernooi, maar het is de eerste keer sinds 2012. “Ik was goed teleurgesteld dat we dat jaar niet naar de Spelen van Londen gingen. Dat was een dikke domper.”
Wat de man met de turbobenen sinds 2012 deed? Van alles en nog wat. “Ik belde BMX-bondscoach Bas de Bever, want ik wilde weer gaan bmx’en. Hij zei: kom bij de ploeg. Maar het werd me te gek, met al die valpartijen daar. Toen heb ik twee jaar gecoacht, ben gaan voetballen. Dat was bij vv Kampen in de vierde klasse. Hartstikke mooi. Ik speelde rechtsbuiten. Dat is hard werken, vond ik hartstikke mooi. Ik was achttien kilo afgevallen, ik wilde het serieus aanpakken.”
Maar het veld kon uiteindelijk niet tippen aan de baan. “Het begon toch weer te kriebelen. Ik zag die gasten fietsen en ik dacht: dat kan ik ook. Toen heb ik toch de stoute schoenen weer aangetrokken en ben weer die fiets opgegaan. Ik heb een keertje meegedaan aan een NK, dat was mijn eerste wedstrijd in een paar jaar tijd, en ik werd gelijk tweede.”
‘Nooit opgegeven’
Hij is trots op zijn doorzettingsvermogen. “Het is een Van den Berg-dingetje. Wij hebben hekel aan verliezen. (…) Ik heb nooit opgegeven. Nu doen we weer met de snelsten van de wereld mee in de eerste ronde.”
Vorig jaar viel hij net af voor de WK. Hij mocht wel meedoen op de EK baanwielrennen en won daar met Nederland goud. Hij werkte hard om er dit keer bij te zijn. “Als starter moet je hartstikke sterk wezen, daar heb ik aan gewerkt. Heb m’n persoonlijk record verbeterd met de krachttraining, heb aan mijn duurvermogen gewerkt en ben tien kilo afgevallen.”
Hij maakte een lijstje met in totaal tien doelen. “Ik kan ze niet alle tien opnoemen, maar ze zijn afgevinkt”, klinkt het trots. “Op naar het WK. Of we wereldkampioen worden? Dat is wel de planning ja.”
De progressie bij Van den Berg is uiteraard ook bondscoach Hugo Haak opgevallen. “Ik denk dat hij het afgelopen jaar echt heel veel stappen heeft gezet. Hij rijdt op de testdag hele goede tijden. Ik heb respect voor hem, hoe hij zich heeft teruggeknokt.”
Haak heeft naast Van den Berg de beschikking over het trio Harrie Lavreysen (die normaal gesproken de tweede ronde voor zijn rekening neemt), Matthijs Büchli en Jefrrey Hoogland.
Concurrentie
De verwachting is dat de sprinters beter moeten presteren dan ooit om hun prestatie van 2018 te herhalen. “Dat denk ik wel. We hebben concurrentie vanuit Nieuw-Zeeland en de Engelsen kunnen we zeker niet afschrijven”, zegt Haak. “Alle landen worden sterker naarmate de Spelen dichterbij komen. Wij willen in elk geval groeien in de tijden die we neerzetten, we hopen een Nederlands record te rijden.”